Home » De Drentsche Patrijshond » Geschiedenis van het ras

Geschiedenis van het ras

door Gijsbert
Geschiedenis: Cadeau van de Jager - Gabriël Metsu

Oorsprong

De oorsprong van de Drentsche Patrijshond gaat ver terug in de geschiedenis. Zij is één van de oudste Nederlandse rassen. Zij stamt af van de Spioenen die in de 16e eeuw met de Spanjaarden zijn meegekomen richting Nederland.  Je ziet ze dan ook met regelmaat op oude schilderijen afgebeeld, zoals hiernaast op ‘Het cadeau van de jager’ van Gabriël Metsu. Uit de Spioenen zijn meerdere hondenrassen voortgekomen door kruisingen met andere rassen.

Drenthe

In Oost Nederland, en dan met name in Drenthe, is de Drentsche Patrijshond altijd heel raszuiver gefokt. Dat is niet heel verwonderlijk als je bedenkt dat Drenthe tot aan de 20e eeuw behoorlijk geisoleerd lag en de mensen niet het geld hadden om ver te reizen. De Drent werd gefokt omdat men de behoefte had aan een jachthond die paste bij het ruige Drentsche heidelandschap. Dus geen hond die supersnel en ruim jaagt in een ruig gebied, maar een hond die nauwkeurig werkt, onder het geweer jaagt, voortstaat en kan apporteren.  Daarnaast moest de Drent het erf kunnen bewaken maar ook lief zijn voor het gezin.

Eext

Eext in de geschiedenis

Eext in Drenthe wordt gezien als de bakermat van de Drentsche Patrijshond. Hier werden Drenten gefokt door verschillende mensen met de naam Schuiling. Onder jagers was een Schuiling-hond (Schoelinghond op z’n Drents) dan ook een begrip.
Alle Drenten hebben in hun voorouderlijke lijn dan ook Schoeling-bloed. De oudste stam heet de Schuiling-stam, ook wel Nimrodstam genoemd naar de stamvader Nimrod. Hij werd geboren in juni 1940.

Stamvader Nimrod Schuiling

Erkenning

De Drentsche Patrijshond werd 15 mei 1943  officieel erkend nadat er op 18 april 1943 een aankeuringsdag was gehouden in het gebouw de Harmonie te Groningen. Tijdens deze keuringen  op jachteigenschappen en op type bleek  hoe goed de honden uit de Schuilingstam waren. Nimrod werd eerste en bleek zo fokzuiver te zijn dat hij voor heel veel dekkingen werd gevraagd.  Nimrod fokte met een aantal goede teven uit de omgeving en ook hun nakomelingen werden onderling gekruist waardoor de Nimrod (of Schuiling) stam ontstond.  Honden uit deze stam werden door alle fokkers gebruikt. Hierdoor kon het “ Nimrodtype “ zich door het hele gehele ras verspreiden.

error: Alert: Content is protected !!